Wanneer we terugkijken naar een klasfoto van jaren geleden krijgen we vaak een glimlach op ons gezicht. Er komen misschien wel leuke herinneringen naar boven, je ziet mensen op de foto staan waar je al jaren niet meer aan hebt gedacht, je lacht misschien ook even met die lelijke trui. What was I thinking! Het lijkt alsof je terugkijkt naar een ander leven. Niet alleen ons uiterlijk is veranderd, maar ook ons brein ziet er helemaal anders uit dan wanneer we op de schoolbanken zaten.
Je brein ziet er vandaag zelfs anders uit dan 6 maanden geleden. Want alles wat we doen – een pagina in een boek lezen, een woordenwisseling met een collega, op reis gaan naar een land waar je nog nooit geweest bent, een nieuw liedje van je favoriete artiest horen op de radio, je kind een knuffel geven of een funny catvideo kijken – verandert ons brein en de ingewikkelde netwerken die daar deel van uitmaken telkens een beetje.
Ons brein blijft zich levenslang vormen, elke dag opnieuw. Het bereikt ook nooit een eindpunt, het is nooit ‘af’.”
EEN WONDER VAN DE NATUUR
Dat vermogen van ons brein om zich continu aan te passen aan de ervaringen die we hebben, heet neuroplasticiteit. Dat woord doet je misschien denken aan een pakje plasticine. Ons brein is inderdaad kneedbaar, en verandert elke dag opnieuw een beetje door elke ervaring – klein of groot – die we hebben. Het beeld van een blok klei dat je kneedt en dan bakt in een oven tot een vaste vorm, dat is dan weer een fout beeld: ons brein blijft zich levenslang vormen, elke dag opnieuw. Het bereikt ook nooit een eindpunt, het is nooit ‘af’. Ons brein speelt voortdurend in op de uitdagingen en doelstellingen waarmee het geconfronteerd wordt. Het is een wonder van de natuur.
een 'growth mindset' als oplossing?
Juist daarom gebruiken we neuroplasticiteit vaak als het ultieme argument om mensen te overtuigen dat ze kunnen veranderen, als ze maar hard genoeg hun best doen. Het lijkt wel een mirakel oplossing. Heb je last van angststoornissen? Dan moet je gewoon je brein even ‘rewiren’. Heb je moeite met verandering? Neem je dan even een growth mindset aan. En hoewel dit vaak vanuit de beste intenties ter wereld gebeurt, kan dit ook een gevaarlijke premisse zijn. Want als we onze angst niet kunnen overwinnen, als we nog steeds weerstand voelen bij een verandering of als we ons niet gelukkig voelen, dan heb je gewoon niet hard genoeg geprobeerd. Ten slotte, ons brein is neuroplastisch, dus als je hard genoeg probeert kan je wel veranderen.
Hoewel neuroplasticiteit een fantastisch wonder van de natuur is, hebben we niet op alle vormen ervan evenveel invloed.
GEBONDEN DOOR GENEN?
Helaas is het niet zo dat je kan worden wat je maar wil als je maar hard genoeg probeert. Hoewel neuroplasticiteit een fantastisch wonder van de natuur is, hebben we niet op alle vormen ervan evenveel invloed. Onze omgeving heeft absoluut een impact op ons brein, maar we zijn ook gebonden aan onze natuur, onze genen. Om te weten wanneer en op welke manier we impact hebben op ons brein, moeten we eerst weten wat de grenzen en beperkingen van onze natuur zijn. Er zijn namelijk drie vormen van neuroplasticiteit. En op de ene hebben we in ons volwassen leven al meer invloed dan op de andere.
ERVARINGSONAFHANKELIJKE NEUROPLASTICITEIT
De eerste vorm van neuroplasticiteit begint al heel vroeg. Wanneer we als baby ter wereld komen, zijn we nog heel hulpeloos, maar ons brein heeft al heel wat voorgeprogrammeerde mogelijkheden. De verbindingen tussen onze oren en de plek in de hersenen waar geluid verwerkt wordt, zijn bijvoorbeeld al gelegd. En dat geldt voor heel wat verbindingen in ons lichaam tussen organen en lichaamsdelen en de delen in de hersenen die verantwoordelijk zijn voor de functie daarvan. Hoe dat werkt, dat zit simpelweg in onze genen. En hoe onze hersenen zich verder vormen, is om te beginnen een proces dat door die genen spontaan geregeld wordt, zonder invloed van buitenaf. Om die reden heeft iedereen ter wereld een hersenstam, een cortex die bestaat uit dezelfde delen, enzovoort. Dit noemen we ervaringsonafhankelijke neuroplasticiteit.
ERVARINGSVERWACHTE NEUROPLASTICITEIT
Met de ervaringsonafhankelijke neuroplasticiteit is het verhaal niet af. De opbouw van onze neurale netwerken weerspiegelt niet alleen onze genen, maar ook onze omgeving. En de tweede vorm van neuroplasticiteit, de ervaringsverwachte neuroplasticiteit, heeft net te maken met die input van buitenaf. En dit is vooral cruciaal in de kindertijd. Of een kind in zijn omgeving veel of weinig gestimuleerd wordt door nieuwe ervaringen, kan je zien aan zijn brein. Tot op het niveau van de neuronen. Die ontwikkelen zich zoals bomen, met vertakkingen. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die in een ‘verrijkte’ omgeving leven, en veel verschillende ervaringen kunnen opdoen, neuronen hebben met veel meer vertakkingen dan kinderen die die ervaringen niet hebben. De omgeving speelt hier dus een hele grote rol.
Voor elk van die vaardigheden is er een kritische periode: een afgebakende periode waarin wij van buitenaf gestimuleerd moeten worden om bepaalde vaardigheden te ontwikkelen. Je kan het bekijken als een poort die even opengaat en na verloop van tijd ook weer dichtgaat.
ERVARINGSAFHANKELIJKE NEUROPLASTICITEIT
Wanneer je je kan ontwikkelen zoals verwacht, op basis van je genen en stimulatie van buitenaf, dan zien onze breinen er op basis van ervaringsonafhankelijke en ervaringsverwachte neuroplasticiteit ongeveer hetzelfde uit. Waarom zijn we als mensen dan zo verschillend, in ons kennen, kunnen en doen? Omwille van de ervaringsafhankelijke neuroplasticiteit. En als we het hebben over nieuwe routines bouwen, is dat de vorm die ons daarbij kan helpen.
Die ervaringsafhankelijke neuroplasticiteit wordt beïnvloed door wat je meemaakt en wat je doet. Ze zorgt ervoor dat het brein van ieder van ons anders is. Lees je veel? Ga je elke week tennissen? Of speel je amateurtheater? Dan zien je hersenen er anders uit dan die van iemand die dat niet doet. Bovendien is er een wisselwerking tussen hoe onze hersenen elke dag een beetje veranderen en ons gedrag. Onze hersenen veranderen ons gedrag, en ons gedrag verandert onze hersenen. Ons brein van vandaag ziet er anders uit dan dat van 6 maanden geleden. Op deze vorm van neuroplasticiteit hebben wij dus een grote invloed.
Werken aan welzijn kan pas wanneer we rekening houden met de unieke 'bedrading' van ons brein en dat van onze teamleden.
Zoals je kan zien, komen bepaalde vormen van neuroplasticiteit in de ene levensfase meer voor dan in de andere. In de eerste plaats spelen onze genen een rol. Maar ook wat we tijdens onze jeugd meemaken, heeft een enorme impact op wie we nu zijn. Daar moet je rekening mee houden. We kunnen niet zomaar overal expert in worden of onze persoonlijkheid helemaal 180 graden veranderen.
Werken aan welzijn begint pas wanneer we rekening houden met de unieke ‘bedrading’ van ons brein en dat van onze teamleden. Pas dan ontstaat de ruimte en de veiligheid om samen te zoeken naar manieren om alles uit werk te halen wat eruit te halen valt.