Categorieën
Wellbeing

Mentaal welzijn navigeren als leidinggevende

Mentaal welzijn navigeren als leidinggevende

Een andere kijk op mentaal welzijn


Mentale gezondheid is geen zwart-wit verhaal. Het beweegt zich tussen uitersten, en de rol van een leidinggevende verandert mee. Krijg meer inzicht in deze dynamiek en kom te weten hoe je zorgt voor een gezonde balans binnen je team of organisatie.

Mentaal welzijn: een dynamisch continuüm

Mentaal welzijn is niet zwart-wit. Het is niet óf je goed voelen en keihard presteren, óf je depressief voelen en niets gedaan krijgen. Beeld je liever een continuüm in met twee uitersten en een heel spectrum daartussenin. Die nuance is belangrijk, omdat er helaas een stigma rust op mentale kwetsbaarheden. Daar komen we straks nog op terug.

Langs de ene kant heb je dus medewerkers die over het algemeen tevreden en goed uitgerust zijn, presteren naar behoren en hun emoties onder controle hebben. Aan het andere uiterste van het spectrum hebben mensen moeite met hun taken tot een goed einde te brengen, stellen ze het fysiek niet goed, voelen ze zich depressief en/of kunnen ze agressief uitvallen.

Mentale uitdagingen op de werkvloer

Mensen die zich ergens daartussenin bevinden zijn wel in staat om te werken, maar kunnen eigenlijk wel wat hulp of steun gebruiken. Leidinggevenden zijn zich hier best van bewust, want als je pas gaat ingrijpen wanneer iemands welzijn gekelderd is, dan wordt het moeilijker (en duurt het langer) om die persoon weer overeind te krijgen.

Wat zijn dan zoal zaken waar mensen mee worstelen? Stress, al dan niet veroorzaakt door werkdruk, techno-onzekerheid, angstige of depressieve gevoelens, vermoeidheid en concentratieproblemen zijn de (mentale) uitdagingen die het vaakst voorkomen.

Om je een idee te geven: maar liefst 1 op de 5 werknemers heeft elk jaar (!) te kampen met angsten die het werk belemmeren. Ongeveer 1 op de 3 krijgt er ooit in zijn leven mee te maken. Cijfers die we niet kunnen negeren.

Maar liefst 1 op de 5 werknemers heeft elk jaar (!) te kampen met angsten die het werk belemmeren.

De signalen herkennen en aanpakken

Leidinggevenden spelen een sleutelrol in het tijdig opmerken van signalen dat iemand het moeilijk heeft. Denk maar aan toenemende afwezigheid of vaker te laat komen, verminderde prestaties op vlak van kwaliteit en/of kwantiteit, rusteloosheid, zich meer afzijdig houden binnen het team of net vaker conflict opzoeken.

Een leidinggevende hoeft daarom geen ‘diagnose’ te stellen. Het gaat erom dat ze opmerken wanneer iemand uit balans is en dat je de juiste ondersteuning biedt of, mocht dat nodig zijn, doorverwijst naar professionele hulp. Wat dat betreft, bevindt de rol van een leidinggevende zich evengoed op een continuüm.

De link tussen leiderschap en welzijn

Hoewel mentale problemen natuurlijk een oorzaak buiten het werk kunnen hebben, hoeft het niet te verbazen dat de leiderschapsstijl van leidinggevenden ook een impact heeft op het welzijn van je medewerkers. Hoe meer ze gemotiveerd, geïnspireerd en gesteund (maar even goed uitgedaagd) worden, hoe gelukkiger mensen zich voelen.


Logisch, want we hebben allemaal de behoefte om ergens bij te horen. Door op te merken wanneer het minder goed gaat met iemand, geef je als leidinggevende de boodschap: “Ik zie jou, en ik wil je helpen want je doet ertoe.” Mensen voelen zich gesteund, wat hun mentaal welzijn ten goede komt.

Het RIGHT-model voor leidinggevenden

Wat kan je verder concreet doen om een mentaal gezonde werkomgeving te creëren? Het RIGHT-model, uitgewerkt door de Canadese onderzoekster Biricik Gulseren, biedt leidinggevenden alvast een handig geheugensteuntje:

  • Recognition: Geef erkenning voor het werk dat goed wordt gedaan.
  • Involvement: Betrek medewerkers bij beslissingen en processen.
  • Growth: Bied mogelijkheden voor persoonlijke en professionele ontwikkeling.
  • Health & safety: Zorg voor een veilige werkplek, zowel fysiek als mentaal.
  • Teamwork: Stimuleer het samenwerken en zet in op een ondersteunende teamcultuur.

Een leidinggevende hoeft geen ‘diagnose’ te stellen. Het gaat erom dat ze opmerken wanneer iemand uit balans is en dat je de juiste ondersteuning biedt.

Naast deze acties kunnen ook gerichte opleidingen en acties binnen een organisatie helpen. Denk maar aan een opleiding leiderschap bij werkdruk & stress, waarbij leidinggevenden leren hoe ze concreet het gesprek best aangaan met hun team.

Het stigma rond mentale gezondheid

We stipten het eerder al aan: er hangt toch nog vaak een stigma rond mentale gezondheidsproblemen – ondanks dat velen ermee te maken krijgen. Veel mensen durven zelf geen hulp te vragen uit angst voor negatieve reacties of oordelen. 


Dit maakt het des te belangrijker om een cultuur te creëren waarin openheid wordt aangemoedigd. Laat zien dat het oké is om over mentale gezondheid te praten, maar weet ook dat proactiviteit vanuit leidinggevenden cruciaal is. Want hoe hard we ook proberen, het (geïnternaliseerde) stigma verdwijnt niet van de ene op de andere dag.

Van bewustwording naar actie

Er wordt vandaag – gelukkig – al veel meer gesproken over mentaal welzijn, maar er is vooral ook actie nodig. Leidinggevenden zitten daarbij in een sleutelrol, dus zorg ervoor dat ze de nodige kennis én concrete handvaten hebben om tijdig te kunnen ingrijpen.


Wil je hier meer over weten? Lees dan zeker ook ons blogartikel “Vijf sleutelmomenten om werkdruk te managen”. En weet dat je kan rekenen op How’s Work om zowel leidinggevenden als medewerkers te ondersteunen op vlak van mentaal (en digitaal) welzijn. Bekijk onze oplossingen, of stuur ons een berichtje en we helpen je snel verder.

ONZE EVENTS

UP TO DATE BLIJVEN ROND DEZE THEMA'S?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Categorieën
Wellbeing

Vijf sleutelmomenten om werkdruk te managen

Vijf sleutelmomenten om werkdruk te managen

Moeilijke maar noodzakelijke gesprekken

Ongeveer 1 op de 3 werknemers in Vlaanderen ervaart een hoge werkdruk. Hebben die mensen dan ook écht te veel werk, of hoe zit dat juist? En wanneer grijp je best in als leidinggevende om alles (terug) in goede banen te laten verlopen voor je team? Wij scheppen klaarheid en overlopen vijf sleutelmomenten voor een constructief gesprek.

Werkdruk is niet louter objectief

Op elke werkvloer is er een zekere mate van druk. Mensen moeten nu eenmaal een bepaald aantal taken voltooien binnen een bepaalde tijdspanne. Als dat niet naar behoren en/of binnen de opgegeven deadlines lukt, dan is de werkdruk te hoog. Maar er zit ook meer achter.


Iemand kan objectief gezien niet zo veel werk hebben, maar door omstandigheden toch veel druk ervaren. Bijvoorbeeld omdat de verwachtingen onduidelijk zijn, de taken niet aansluiten bij iemands ervaring of opleidingsniveau, of omdat de persoon in kwestie een perfectionist is. Werkdruk is dus heel individueel verschillend.

Van werkdruk naar werkstress

Een zekere druk is trouwens niet problematisch. Mensen krijgen net energie van het onder controle krijgen van uitdagende situaties – zolang ze behapbaar zijn. Maar als die druk te lang aanhoudt, dan helt deze over naar werkstress. Dat heeft dan weer een impact op de teamsfeer, misschien zelfs op de organisatie, maar natuurlijk ook op de medewerkers zelf.

Mensen hun prestaties gaan erop achteruit bij aanhoudende werkdruk en stress. Ze beginnen te twijfelen aan zichzelf en hun competenties. Op lange termijn bestaat de kans dat ze door deze situatie uitvallen. Voorkomen is dus, zoals altijd, beter dan genezen.

Als leidinggevende is het belangrijk om regelmatig het gesprek aan te gaan over werkdruk en stress. En die gesprekken zien er anders uit naargelang het moment. Iets preventief bespreekbaar maken, doe je op een heel andere manier dan wanneer er effectief werkstress is.

Sleutelrol van de leidinggevende(n)

Om werkdruk in de kiem te smoren, heb je dus iemand nodig die zicht heeft op ieders workload én die begrijpt hoe stress zich uit bij de verschillende teamleden. Want ja, ook dat is hoogst individueel. De ene wordt wat meer opvliegend onder druk, de andere hoor je ineens veel minder.


Gelukkig kent een leidinggevende zijn team als geen ander. Toch is het belangrijk om regelmatig het gesprek aan te gaan, net omdat het gaat over zeer individuele zaken. En die gesprekken zien er uiteraard anders uit naargelang het moment. Iets preventief bespreekbaar maken, doe je op een heel andere manier dan wanneer er effectief werkstress is.

Kans voor groei en ontwikkeling

Klinkt dat als een hele uitdaging? We gaan niet liegen, het ís niet evident om zulke gesprekken te voeren. Maar bij How’s Work benadrukken we liever dat verzuim en werkhervatting ook kansen biedt voor groei en ontwikkeling. Op zulke momenten kan je de gezondheid, tevredenheid en het engagement van je medewerker(s) bevorderen.


Wij onderscheiden de volgende vijf sleutelmomenten waarop een leidinggevende best een gesprek aangaat om de werkbeleving (opnieuw) te optimaliseren:

sleutelmoment 1: werkdruk voorkomen

Preventief maak je best afspraken over de balans tussen werk en privé, en probeer je mensen taken te geven die het beste aansluiten bij hun talenten. Pols bij het teamoverleg steeds naar ieders behoeften, verwachtingen en zorgen. Misschien zijn er wel digitale tools die zaken kunnen automatiseren? Of AI kan het werk verlichten waar mogelijk (en wenselijk).

Verzuim en werkhervatting ook kansen biedt voor groei en ontwikkeling. Op zulke momenten kan je de gezondheid, tevredenheid en het engagement van je medewerker(s) bevorderen.

sleutelmoment 2: werkdruk bespreken

Merk je dat iemand regelmatig pauzes overslaat, meer fouten maakt, wat meer geïrriteerd is? Als leidinggevende is het je taak om dit snel in de gaten te hebben, want een ‘open door policy’ of ‘vraaggestuurd leiderschap’ werkt simpelweg niet.


En ook al is het misschien een natuurlijke reflex, neem niet zomaar zaken uit handen als een medewerker zegt dat die het druk heeft – zo ondermijn je hun autonomie. Ga liever in gesprek over de oorzaken en breng samen mogelijke oplossingen in kaart. Zo zet je mensen in de driver’s seat, waardoor ze weer energie krijgen.

sleutelmoment 3: werkSTRESS bespreKEN

We gaven het eerder al aan: stress kan zich bij iedereen anders uiten. Maak proactief de signalen bespreekbaar, zodat je ze makkelijker kan (h)erkennen en sneller actie kan ondernemen als dat nodig is. Zo voorkom je een kantelpunt, want uit onderzoek weten we dat hoe langer je hiermee wacht, hoe moeilijker het tij te keren is.

sleutelmoment 4: Begeleiding bij burn-out

In het slechtste geval krijgt iemand in je team een burn-out. Dat is trouwens zeker niet altijd het gevolg van een te hoge werkdruk. Wat de oorzaak ook is, let in elk geval op met goedbedoelde vragen zoals “Waarom heb je mij niet gezegd dat het niet meer ging?” (zie ook punt 2). Zo bestendig je net het stigma rond stress en burn-out.

 

Maak duidelijk dat je bezorgd en betrokken bent, maar probeer vooral te luisteren en te ondersteunen. Stem het contact tijdens de werkonderbreking af op de persoonlijke nood van de medewerker – de gesprekken mogen vooral geen extra druk betekenen.


Geen makkelijke opdracht, net omdat je dit soort gesprekken niet vaak voert. Organisaties voorzien hiervoor dus best een leidraad, zodat leidinggevenden over de nodige handvaten beschikken om dit zo goed mogelijk te laten verlopen.

Ga liever niet enkel reactief te werk, maar ook preventief en proactief. Dat veronderstelt natuurlijk dat leidinggevenden het juiste gesprek kunnen voeren op het juiste moment.

sleutelmoment 5: Begeleiding bij werkhervatting

Wanneer iemand terug aan de slag gaat na een langere afwezigheid, wees dan positief en stel de medewerker meteen gerust: “We zijn blij dat je terug bent. Weet dat je altijd bij mij terecht kan, en dat we de tijd nemen die nodig is om terug in je ritme te komen.”


Vermijd druk, en ga iemands burn-out vooral niet bagatelliseren. Een uitspraak als “Misschien moet je gewoon wat meer ontspannen” komt ongevoelig en beschuldigend over. Bereid jezelf als leidinggevende dus liefst goed voor op wat je best zegt (en wat niet) voor een vlotte re-integratie.

Het belang van tijdig ingrijpen

Het is vaak lastig voor organisaties om inzicht te krijgen in wat werkdruk en -stress precies betekenen op de werkvloer. Vaak wordt het pas concreet als er zich problemen voordoen en de gevolgen zichtbaar worden door verloop, burn-out, absenteïsme of moeizame rekrutering.

 

Ga liever niet enkel reactief te werk, maar ook preventief en proactief. Dat veronderstelt natuurlijk dat leidinggevenden het juiste gesprek kunnen voeren op het juiste moment. En dat is niet evident, want het gaat tenslotte om gevoelige en persoonlijke zaken.

Wil je je medewerkers meer veerkracht geven en/of je leidinggevenden hierin ondersteunen? Afhankelijk van jullie noden en de beschikbare tijd, denken wij met je mee. We hebben verder verschillende leerinterventies en oplossingen die we aanpassen naar jouw doelstellingen en uitdagingen. Onze werkdruk toolbox biedt bijvoorbeeld onmiddellijk hulp. Of ga voor een van onze keynotes, workshops of leadership sessions over werkdruk om wat meer in de diepte te gaan. Zo zetten we samen druk en stress om naar kansen voor groei en ontwikkeling.

ONZE EVENTS

UP TO DATE BLIJVEN ROND DEZE THEMA'S?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Categorieën
AI@WORK Digitaal welzijn Wellbeing

Slimmer werken met generatieve AI

Slimmer werken met generatieve AI

AI als behulpzame partner

Artificiële intelligentie roept anno 2024 vaak nog vragen op: “Haal ik nu wel écht alles uit AI? Of heeft het allemaal geen zin, want die nieuwe technologie gaat mij uiteindelijk toch vervangen?” In deze blog shiften we graag het perspectief: AI kan ons werk verlichten én leuker maken, zolang je leert hoe je er het beste mee omgaat. 

Een korte stand van zaken

Je hoort tegenwoordig over de ene interessante AI-toepassing na de andere. Iedereen heeft er de mond van vol, en intussen gaat het al lang niet meer over wat kunstmatige intelligentie nu precies ís. Daar gaan wij toch nog even eerst dieper op in. Dan begrijp je achteraf nog beter hoe deze technologie ons kan versterken.


Ons menselijke brein past zich continu aan op basis van de (nieuwe) informatie die het binnenkrijgt. Dat heet neuroplasticiteit. AI-systemen, gebaseerd op neurale netwerken, werken op een heel gelijkaardige manier: ze worden getraind om te leren en te evolueren. Het is dus niet gewoon een krachtig hulpmiddel, maar een echte cognitieve partner.

AI als cognitieve uitbreiding

ChatGPT en consorten bekijk je dus best als een uitbreiding van je eigen cognitieve capaciteiten. AI-toepassingen kunnen je helpen bij het verwerken van complexe gegevens, en ze kunnen routineuze of tijdsintensieve taken uit handen nemen (van je medewerkers). Maar er is meer.

Generatieve AI (specifiek gericht op het creëren van nieuwe inhoud) kan ook best creatief uit de hoek komen, in de zin dat het zaken bedenkt waar je zelf misschien nooit was opgekomen. Daar kan jij dan weer verder mee aan de slag. Beschouw AI-powered toepassingen dus liever als een soort partner in je denkproces. Het maakt je niet vervangbaar, je versterkt er jezelf gewoon mee.

Een bijkomend voordeel: doordat je het meer routineuze werk kan ‘uitbesteden’ aan kunstmatige intelligentie, kunnen jij en je medewerkers focussen op het meer ‘menselijke’ werk en eerder creatieve of strategische taken. Kortweg: het helpt je potentieel om voorop te (blijven) lopen in jouw sector.

AI transformeert de manier waarop we werken, en deze samenwerking vraagt ook om nieuwe vaardigheden. Want om effectief de juiste en relevante resultaten te krijgen, is het belangrijk om gerichte prompts te formuleren.

Nood aan nieuwe vaardigheden

AI transformeert dus de manier waarop we werken, en deze samenwerking vraagt ook om nieuwe vaardigheden. Want om effectief de juiste en relevante resultaten te krijgen, is het belangrijk om gerichte prompts te formuleren.

We moeten met andere woorden optimaal leren omgaan met AI. En dat wordt een work in progress, want de ontwikkeling van deze technologie staat niet stil. (Zei er daar iemand ‘levenslang leren’?)

 

Voorbeeld van een goede prompt

We doen meteen even een voorzet, om het wat concreter te maken. Het is niet voldoende om gewoon een instructie te geven zoals: “Schrijf een uitnodiging voor mensen die deelnemen aan de opleiding ‘Slimmer werken met AI’.”


Voorlopig kunnen AI-toepassingen je gedachten nog niet lezen. Breng je achterliggende denkproces dus liever in kaart, zodat ChatGPT of Microsoft Copilot zoveel mogelijk context en input heeft. Dan krijg je eerder zoiets als prompt:

Wil je een zo goed mogelijk resultaat, denk dan minstens even goed na over de parameters van je prompt.

“Je bent een learning consultant en je gaat een beknopte, aantrekkelijke tekst schrijven die bedoeld is als uitnodiging voor een opleiding die gericht is op [specifiek vakgebied of vaardigheid]. Alle praktische info vind je in het document in bijlage. De tekst moet de unieke voordelen van de opleiding benadrukken, belangrijke details bevatten zoals de datum, locatie, en hoe men zich kan aanmelden, en vooral, de lezer overtuigen dat deelname hun carrière of persoonlijke ontwikkeling zal verrijken. Gebruik overtuigende taal die enthousiasme en nieuwsgierigheid opwekt bij de doelgroep, die voornamelijk bestaat uit [omschrijving van de doelgroep, bijvoorbeeld ‘jonge professionals’, ‘ervaren marketeers’, etc.].”

Kortom: wil je een zo goed mogelijk resultaat, denk dan minstens even goed na over de parameters van je prompt. Het is een hele boterham, maar het werkt véél beter. Probeer het zelf eens uit!

Belangrijke disclaimers

Het is aan bedrijven en overheden om te zorgen voor transparante en eerlijke AI-systemen die de privacy en waarden van gebruikers respecteren,.

Met gevoelige data moet je bijvoorbeeld altijd opletten – technologie is niet onfeilbaar. Denk ook altijd kritisch na: klopt wat er hier staat nu écht? Vraag gerust na welke bronnen of methoden er gebruikt werden om het antwoord of resultaat te genereren. En check deze bronnen dan ook.

Maak je organisatie futureproof

Wil je meer weten over alle mogelijkheden die de samensmelting van menselijke en kunstmatige intelligentie biedt? How’s Work helpt jouw organisatie met plezier om slimmer te werken met AI.

Van inspirerende keynote tot hands-on workshop en alles ertussen: jij kiest. Ons AI@Work aanbod bouwt mee aan het futureproof maken van jouw organisatie. 

ONZE EVENTS

UP TO DATE BLIJVEN ROND DEZE THEMA'S?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Categorieën
Wellbeing

Waarom welzijn veel meer is dan ‘plezier’

Waarom welzijn veel meer is dan ‘plezier’

De 4 dimensies van werkgeluk

Je hoort het langs alle kanten: het welzijn van mensen staat onder druk. En nee, een pingpongtafel of meditatiesessie gaat dat niet ineens oplossen. Wat maakt dan wél een wezenlijk verschil; waar zetten organisaties best op in? In deze blog scheiden we voor jou het pseudo-wetenschappelijke kaf van het wetenschappelijke koren.

Werk is geen Tomorrowland

Soms lijkt het alsof werken even plezierig moet zijn als een dagje op een festival. Maar laat ons eerlijk zijn: dat is niet erg realistisch. Pizza Friday of een teambuilding kan dan wel plezant zijn, maar dat verbleekt nog steeds bij het plezier dat mensen uit hun privéleven weten te halen.

 

Toch focussen de meeste welzijnsinitiatieven net op dat plezier. Natuurlijk is het belangrijk dat mensen zich goed voelen tijdens het werk, maar welzijn gaat over meer dan dat. Plezier is niet onze enige behoefte – we hebben meer nodig om gelukkig te zijn.

Welzijn omvat vier dimensies

Grof gesteld zijn er sinds de oertijd al vier behoeften waaraan we dagelijks proberen te voldoen: veiligheid, beloning, ontwikkeling en bijdragen (tot de overleving van de groep). Ook op het werk zijn we op zoek naar het invullen van die behoeften. Dan hebben we het eerder over:

 

  • Tevredenheid: over je loon of de status die bij je job hoort bijvoorbeeld. Dit biedt je ook een zekere veiligheid.
  • Plezier: gezellige praatjes, leuke taken enzovoort vormen een bron van goede gevoelens (‘beloning’, zeg maar).
  • Engagement: op het werk zijn er veel mogelijkheden om je te ontwikkelen, waardoor je je meer betrokken voelt.
  • Zinvolheid: werk geeft potentieel betekenis aan je leven. Al was het maar omdat je bijdraagt aan je team of de organisatie. Of omdat je je vanuit je baan misschien inzet voor de maatschappij.

Natuurlijk is het belangrijk dat mensen zich goed voelen tijdens het werk, maar welzijn gaat over meer dan dat. Plezier is niet onze enige behoefte - we hebben meer nodig om gelukkig te zijn.

Wil je écht een impact hebben op het algemene geluksgevoel van mensen, dan is het belangrijk om op elk van die vier dimensies in te zetten. En zoals je misschien zelf al kon afleiden: leidinggevenden spelen daar een belangrijke rol in.


Weet wel dat factoren zoals persoonlijkheid, levensfase en verwachtingen bepalen in welke mate deze behoeften spelen. Een one size fits all aanpak werkt niet dus. Het is aan leidinggevenden om te achterhalen waar iedereen binnen het team meer of minder nood aan heeft, om daar vervolgens op in te spelen.

Werkgeluk is domeingeluk

Wat verder ook nog belangrijk is om te beseffen: werkgeluk is domeingeluk. Werk is een levensgebied met heel specifieke omstandigheden, regels en beperkingen waar we niet omheen kunnen. Zoals we eerder aanhaalden: het zal vaak niet zo plezierig zijn als een dagje Tomorrowland. Maar werk biedt ook vormen van geluk die we in ons vrijetijdsleven niet vinden.


Denk maar aan ‘in de flow zijn’: een toestand waarin we de tijd uit het oog verliezen en veel gedaan krijgen, waardoor we ons ook goed voelen. Uit onderzoek blijkt dat we die flow veel vaker ervaren wanneer we werken (54%) tegenover in onze vrije tijd (18%). Mensen met een ijverende of doelgerichte natuur halen ook veel geluk uit hun werk doordat ze kunnen groeien in hun vak en als mens.

Welzijn is een totaalbeleving

Kortom: werk heeft veel te bieden, maar ook niet alles. Daar moeten we eerlijk en realistisch in zijn. Wél kunnen organisaties zich ervoor inzetten om alles uit het werk te halen dat eruit te halen valt. Intussen heb je begrepen dat dat niet alleen draait om leuke extraatjes zoals pingpongtafels en yogasessies. Want welzijn is geen hype.

 

Zorg voor engagement door mensen groeikansen en verantwoordelijkheden te geven. Zet in op stimulerend leiderschap. Geef mensen zinvolle taken én waardering. Maak de waarden en missie van je organisatie duidelijk. En verlies ook niet de basics uit het oog zoals veiligheid en gezondheid op het werk. Met de inzichten uit dit artikel en deze compacte lijst aan to do’s, heb je alvast een goed startpunt om werk te maken van welzijn op het werk.

Kan je (team van leidinggevenden) hier nog wat ondersteuning in gebruiken? Of denk je dat een inspirerende keynote of workshop de perfecte kick-off is om grondig werk te maken van welzijn binnen jouw organisatie? Daar kan How’s Work bij helpen – contacteer ons gerust, dan bekijken we samen hoe we het beste inzetten op werkgeluk voor iedereen binnen jouw organisatie.

Kan je (team van leidinggevenden) hier nog wat ondersteuning in gebruiken? Of denk je dat een inspirerende keynote of workshop de perfecte kick-off is om grondig werk te maken van welzijn binnen jouw organisatie? Daar kan How’s Work bij helpen – contacteer ons gerust, dan bekijken we samen hoe we het beste inzetten op werkgeluk voor iedereen binnen jouw organisatie.

ONZE EVENTS

UP TO DATE BLIJVEN ROND DEZE THEMA'S?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Categorieën
Digitaal welzijn Wellbeing

HOW TO: SINGLETASKEN

How to: singletasken

(SPOILER: HET IS NIET GEWOON JE NOTIFICATIES UITZETTEN)

Ondanks dat we het niet écht kunnen, vinden we het stiekem toch ook leuk: multitasken. Wat gebeurt er eigenlijk in ons brein wanneer we continu wisselen tussen taken? En wat kan je doen aan de versplinterde focus waarmee dat helaas ook gepaard gaat? Alvast één spoiler: de grootste afleiding komt vaak van binnenuit.

Wat is single- en multitasken precies?

Laat ons meteen de grootste mythe aanpakken. In de betekenis van ‘verschillende taken tegelijk uitvoeren’, bestaat multitasken niet. Het is eerder de vaardigheid om continu tussen taken te wisselen. Bij singletasken concentreer je je volledig op één taak of activiteit, en je maakt die af voordat je aan iets anders begint.


Als je gefocust aan het werk bent en je wordt afgeleid, dan komt je brein in een spagaat terecht. Eén deel is bezig met je taak, het andere deel is bezig met de afleiding. Een deel van je aandacht raak je zo dus kwijt, waardoor je snelheid verliest en de kans op fouten vergroot. En, belangrijk om te weten: niet de duur van de onderbreking telt, wel het aantal keer dat je onderbroken wordt.

 

Afleidingen slorpen energie en tijd op

Wist je dat kenniswerkers gemiddeld 15 keer per uur onderbroken worden? En dat elke onderbreking 15 tot 24 procent meer tijd toevoegt aan het afwerken van een taak – afhankelijk van de complexiteit? Zelfs bij een voorzichtige schatting van 15 procent is dat een gemiddelde van drie volle werkdagen per maand die zo verloren gaan. En dan hebben we het nog niet gehad over de impact op ons stressniveau.

Bij elke afleiding (een berichtje, e-mail, de deurbel, …) komt er adrenaline en cortisol vrij. Daardoor zijn we alert en kunnen we snel reageren, maar de keerzijde van de medaille is dat deze stoffen ook stress veroorzaken. Bij continue afleidingen kom je in een soort ‘waakstand’ waarbij je niet meer kan ontspannen. Daarom is het recht op deconnectie zo belangrijk..

Kenniswerkers worden gemiddeld 15 keer per uur onderbroken: ongeveer elke vier minuten of drie volle werkdagen per maand.

Techno-vigilance als grote boosdoener

Je wordt om de oren geslagen met tips als ‘schakel je notificaties uit’ of ‘sluit je mailbox af en toe’. Dit kan zeker helpen om afleidingen te vermijden, maar daar stopt het niet bij. Vaak voelen mensen alsnog de neiging om digitale communicatiekanalen ‘vlug te checken’. Je zou maar eens iets moeten missen. Deze waakzaamheid om elk bericht gespot te hebben, wordt techno-vigilance genoemd.

De afleiding komt op dat moment niet van buitenaf, door een pop-up of een geluidje, maar van binnenuit. Vanuit een mentale onrust, vaak veroorzaakt door een gebrek aan duidelijke afspraken.

Die techno-vigilance bezorgt mensen onnodige stress en maakt het singletasken onmogelijk doordat je continu afgeleid bent. FOMO of de angst om iets te missen, doet daar nog een schepje bovenop.


Thuiswerkers ervaren bovendien ook nog eens de nood om te tonen dat ze ‘aan het werk zijn’, waardoor ze proberen om zo snel mogelijk te reageren. Maar dat ondermijnt volledig de flow én de kwaliteit van je werk. Zorg dus voor heldere verwachtingen binnen je team – bijvoorbeeld: binnen 24 uur op mails reageren –  zodat iedereen de ruimte heeft om gefocust te werken.

Thuiswerkers proberen vaak zo snel mogelijk te reageren op berichten om te tonen dat ze ‘aan het werk zijn’, maar zo ondermijnen ze de kwaliteit van hun werk.

Introduceer singletasking in je team

Intussen heb je begrepen dat multitasking je focus versplintert en dat élke afleiding nefast is voor je aandacht. Klaar om in de diepte te gaan? Plan dan focustijd in, zodat je kan singletasken

 

Makkelijker gezegd dan gedaan, denk je nu misschien. Dat klopt: vaak komen er toch nog zaken tussen. Daarom is het belangrijk om goede afspraken te maken met je team en leidinggevenden. Denk maar aan:

  • Hoe geef ik mijn focustijd aan in mijn agenda?
  • Hoe maak ik output zichtbaar?
  • Welke kanalen blijven wel nog open staan?
  • Wat is een acceptabele reageertijd?

Zo laat je je gedachten minder afdwalen

Je herkent misschien ook wel het volgende: terwijl je bezig bent met project A, krijg je een aha-erlebnis over project B, ineens schiet er je een to do te binnen voor nog iets anders, enzovoort. Techno-vigilance is dus zeker niet de enige ‘interne afleider’: je gedachtenstroom en bepaalde triggers kunnen je ook uit je focus halen.


Wil je je beter kunnen concentreren? Uit onderzoek blijkt dat je dan beter taakwisselingen minimaliseert. Hoe minder je hoeft te wisselen, hoe beter je focus. Een typische valkuil is dat taken worden gebundeld op projectbasis, terwijl het efficiënter is om ze te bundelen op basis van hersenactiviteit. Bijvoorbeeld: schrijven doe je in de vroege ochtend, meetings houd je tussen 14u en 16u, bellen doe je vlak na je pauze, …

Elke keer we switchen tussen taken komt er dopamine vrij. We zijn letterlijk verslaafd aan nieuwe prikkels.

VOELT HET ALS AFKICKEN? DAT IS HET OOK!

Wanneer je deze tips voor het eerst toepast, lukt het misschien moeilijk. Je krijgt minder de rush die het ‘hoppen’ van taak naar taak met zich meebrengt. Dat illustreert dan ook het probleem: ons brein is verslaafd aan nieuwe prikkels. Elke keer we switchen tussen taken komt er dopamine vrij, waardoor we ons goed voelen.

Daarom is het (in het begin) zo moeilijk om de manier waarop je werkt te veranderen. Het is letterlijk afkicken. Je moet je hersenen er echt op trainen. Maar de beloning is op de lange termijn des te groter, want voor de meeste kenniswerkers is een goede focus de voorwaarde voor een geslaagde dag. Je bent minder moe, krijgt meer gedaan en je ervaart minder stress.

Daarom is het (in het begin) zo moeilijk om de manier waarop je werkt te veranderen. Het is letterlijk afkicken. Je moet je hersenen er echt op trainen. Maar de beloning is op de lange termijn des te groter, want voor de meeste kenniswerkers is een goede focus de voorwaarde voor een geslaagde dag. Je bent minder moe, krijgt meer gedaan en je ervaart minder stress.

Wat je zeker moet onthouden

Je kan niet elke afleiding vermijden, en de oplossing is ook niet (per se) om je workload te verminderen. Want ook als we niets aan het doen zijn, komen er even goed gedachten op die ons kunnen afleiden. Vaak komt de grootste afleiding zelfs van binnenuit, omwille van FOMO of verwachtingen die je jezelf oplegt bijvoorbeeld.

Met singletasking, het minimaliseren van taakwisselingen en het voorkomen van technostress zet je sowieso stappen in de goede richting om de focus binnen je team te herwinnen. Word je toch een keer onderbroken? Doe het dan in stijl en maak het voor je brein zo makkelijk mogelijk om opnieuw te focussen:

  • Op het moment van de afleiding: kribbel neer waarmee je bezig was in één woord.
  • Na de afleiding: neem een minuutje om hetgeen waarmee je bezig was vanop een afstand te bekijken voordat je er helemaal terug in duikt. Dat geeft je brein wat meer context en bespaart je dus tijd om er terug in te komen.

 

Happy focusing!

ONZE EVENTS

UP TO DATE BLIJVEN ROND DEZE THEMA'S?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Categorieën
Wellbeing

Wanneer wordt werkdruk ongezond?

Wanneer wordt werkdruk ongezond?

Over body budgeting

Je kent het wel: een drukke periode op het werk, iedereen steekt even een tandje bij… Maar wat is de impact daarvan op je medewerkers? Hoe voorkom je dat ieders reserves opraken en ze echt op hun tandvlees zitten? Stress volledig vermijden is niet realistisch, maar ook niet nodig. Met slimme body budgeting kom je al een heel eind!

DRUK, DRUK, DRUK

Eigenlijk wordt ons lichaam continu blootgesteld aan ‘druk’ van buitenaf. Wanneer je met de auto moet invoegen bijvoorbeeld, ervaar je een zekere druk waardoor je spieren zich aanspannen en je concentratie verhoogt. Veilig veranderd van baanvak en is er weinig verkeer? Dan verlaagt de druk, en zit je terug meer ontspannen achter het stuur.


Op het werk is het niet anders: ook daar ervaren we zo nu en dan druk. Een presentatie geven, een evaluatiegesprek hebben, een bepaalde deadline halen: het zijn allemaal prikkels die onze stressrespons verhogen. Je lichaam gaat dan bijvoorbeeld meer adrenaline of cortisol aanmaken om met die prikkel om te kunnen. Achteraf komt je lichaam weer tot rust. Je keert na het stressen terug naar een vast ‘setpoint’: je ‘normale doen’, zeg maar.

 

Net zoals bedrijven een boekhoudafdeling hebben die plannen maakt voor verwachte uitgaven en inkomsten, beheren onze hersenen ons lichaam om de boeken in balans te houden.

BODY BUDGETING

Al doende leert men, dus je hersenen proberen continu te anticiperen op de (toekomstige) behoeften van je lichaam. Daarvoor beroepen ze op je herinneringen en ervaringen. Een presentatie geven? Daarvoor moet je scherp staan. Dus je hersenen laten proactief cortisol vrij en je hartslag neemt al op voorhand toe, in de verwachting dat er snel meer zuurstof zal nodig zijn. Je spijsverteringsfuncties kunnen zelfs worden gedeactiveerd om energie te besparen.


Met andere woorden: je lichaam schiet al op voorhand in actie. Soms gaat het dan over enkele minuten, maar het kan ook over uren of zelfs dagen gaan. Dit heet body budgeting. Je kan het vergelijken met een financiële prognose. Net zoals bedrijven een boekhoudafdeling hebben die plannen maakt voor verwachte uitgaven en inkomsten, beheren onze hersenen ons lichaam om de boeken in balans te houden.

NA INSPANNING, DE ONTSPANNING

Het non-stop anticiperen van je brein, noemen we allostase. Je staat paraat, zeg maar. Dat maakt je weerbaar tegen continue veranderingen en druk, maar het brengt ook zekere kosten met zich mee op lichamelijk en mentaal vlak. Want ja, het kost nu eenmaal veel energie en headspace om je schrap te zetten en om te presteren.

Als je na een zware inspanning op het werk niet voldoende rust (lees: wat minder hooi op je vork neemt), dan gaan al die ‘kosten’ zich op de duur opstapelen. Dan kom je in het rood te staan, en moet je teren op je reserves. Dat kan je nog wel een tijdje volhouden. Wanneer de druk aanhoudt en we niet meteen voldoende tijd hebben om te herstellen, creëren we een soort compenserende stressreactie

 

Elke keer je (werk)druk ervaart, gaat er weer wat geld van je rekening. Het is dus slim om wat opzij te zetten, zodat je voorzien bent op allerlei (onverwachte) druk.

Je lichaam laat vermoeidheid verdwijnen door bijvoorbeeld je hongergevoel te temperen, waardoor energie bespaard wordt op je spijsvertering. Het is alsof je leeft van je spaarrekening. Niet ideaal, maar tijdelijk wel doenbaar. Om in het concept van body budgeting te blijven: door rust te nemen, vul je de spaarrekening weer aan. En elke keer je (werk)druk ervaart, gaat er weer wat geld van je rekening. Het is dus slim om wat opzij te zetten, zodat je voorzien bent op allerlei (onverwachte) druk.

DE IMPACT VAN CHRONISCHE STRESS

Je lichaam kan het wel aan om eens op je spaarrekening te teren, maar het ziet daar wel van af. Na een drukke periode kan de vermoeidheid je dan ook echt overvallen. Wanneer alle stressreacties eindelijk (kunnen) wegvallen, krijg je vaak ook last van vrijetijdsziekte. Ziek worden net na een zware deadline: herkenbaar?

 

Het wordt pas echt potentieel gevaarlijk wanneer stress chronisch wordt en je niet voldoende herstelt. Dan wordt allostase toxisch. Je keert niet meer terug naar je normale vaste setpoint, maar je blijft permanent in ‘waaktoestand’. Dit wordt allostatische overbelasting genoemd.

 

 

Er kan een nieuw setpoint ontstaan waardoor je lichaam niet langer volledig herstelt en je het gevoel hebt altijd ‘aan’ te staan. Dat helpt je op de korte termijn, maar het ondermijnt de gezondheid op de langere termijn. Het is roofbouw op je lichaam, en het is helaas een zichzelf versterkend proces. Alsof je leeft op krediet, en je hebt altijd maar meer nodig. Het gaat gepaard met deze klachten en disfuncties:

  • Sombere stemming
  • Verminderde aandacht, geheugenproblemen
  • Toename van angst en prikkelgevoeligheid
  • Mentale en fysieke vermoeidheid
  • Toename van bloeddruk, buikvet, ontstekingen

GEZONDE WERKDRUK

Laat het dus duidelijk zijn: allostase is geen superkracht. Het is een mechanisme dat je erdoor trekt wanneer nodig. En ja, op het werk valt druk nu eenmaal niet te vermijden. Dat hoeft ook niet! Maar als de belasting te lang te groot is, dan schiet je stressregulatie in overdrive – met alle gevolgen van dien. 

Ga dus zeker na hoe de ‘financiën’ van je medewerkers ervoor staan. Leven ze van hun bank- of spaarrekening? Of zijn ze krediet aan het opgebruiken? Help hen om zelf het verschil te begrijpen tussen deze 3 fasen, en zorg ervoor dat ze de signalen herkennen wanneer ze zichzelf (te hard) aan het belasten zijn.

 

 

Een tijdelijk drukke periode kan geen kwaad, zolang er achteraf voldoende tijd is om te recupereren. Zo simpel, maar o zo effectief. Op zoek naar meer strategieën om je mensen hierbij te helpen? Geef ons dan zeker een seintje!

ONZE EVENTS

UP TO DATE BLIJVEN ROND DEZE THEMA'S?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Categorieën
Digitaal welzijn Wellbeing

Hoe voorkom je technostress op de werkvloer?

Hoe voorkom je technostress op de werkvloer?

Verbeter digitaal welzijn mét digitale tools

Digitale tools verbeteren ons (werk)leven significant, hoewel daar een grote ‘maar’ aan vasthangt. Want als we niet goed omgaan met al die technologie, krijgen we te maken met zogenaamde technostress. Wat is dat precies, en hoe voorkom je het? Of met andere woorden: hoe haal je het beste uit al die digitale tools op de werkvloer?

De positieve kanten van technologie

Working from home en toch tegelijk aan hetzelfde document werken als je collega’s, niet meer per se fysiek moeten samenkomen voor een meeting, documenten van jaren geleden opsnorren met één zoekopdracht, slim agendabeheer… Laat ons even wel wezen: technologie heeft ons leven ongelofelijk verbeterd. De communicatie is sneller, (samen)werken is efficiënter. Maar toegegeven: het is soms ook… veel.

DE KEERZIJDE: TECHNOSTRESS

 

De alomtegenwoordigheid van technologie kan ervoor zorgen dat je sneller overprikkeld raakt. Je hebt dan bijvoorbeeld het gevoel dat het superdruk is op het werk omdat je langs alle kanten gebombardeerd wordt door vragen, to do’s of meldingen. Terwijl je workload eigenlijk wel behapbaar is, lijkt dat helemaal niet zo door de digital overload.

Het is niet omdat er bepaalde tools of software geïmplementeerd worden, dat mensen deze ook kunnen gebruiken.

Die negatieve emotionele reacties en symptomen kan je samenvatten in één woord: technostress. Een rechtstreeks gevolg van het gebruik van technologie zoals je smartphone, laptop en/of digitale online tools.

Bij How’s Work onderscheiden we 4 soorten techno-stressoren, oftewel oorzaken van stress die te maken hebben met alles wat digitaal is:

  • Techno-overload: een uitpuilende mailbox, verschillende communicatiekanalen en nieuwe tools, meeting marathons… Op de duur kan je nergens meer aan uit.
  • Techno-interruption: constante meldingen en berichtjes verpesten je concentratie, maar alles zomaar afzetten geeft je dan weer FOMO.
  • Techno-invasion: je werk dringt soms binnen in je privéleven (‘s avonds, in het weekend of zelfs op vakantie) waardoor je niet meer kan ontspannen.
  • Techno-complexity: nieuwe technologieën ontwikkelen zich razendsnel, wat ervoor zorgt dat het moeilijk is om mee te zijn én te blijven.

Techno-stressoren aanpakken als bedrijf

Elke organisatie heeft dus een belangrijke verantwoordelijkheid als het aankomt op digitaal welzijn. Als je medewerkers allerlei digitale tools nodig hebben voor hun werk, dan moet je hen ook helpen om er slim en bewust mee om te gaan. Want het is nu eenmaal zo dat technologie anders negatieve gevolgen kan hebben voor onze fysieke en mentale gezondheid.

 

Maar hoe doe je dat dan, die technostress inperken? Wel, eigenlijk kunnen de mensen van HR en IT best eens samen aan tafel zitten. Een goede onboarding waar ook alle tools gedetailleerd in worden opgenomen neemt bijvoorbeeld al meteen een stuk techno-complexity weg. Check, dat is al een best easy fix.


En wat als medewerkers een pop-up zouden kunnen krijgen dat ze best wat focustijd inplannen als ze de week erop veel meetings hebben? Met tools zoals Microsoft Viva en Teams is dat nu al mogelijk.

Laat HR en IT elkaar versterken

Om technostress te voorkomen helpen dus niet alleen goede afspraken, maar ook… ja, digitale oplossingen. Dat is precies waarom we met How’s Work een partnership zijn aangegaan met Cegeka. Zij helpen organisaties met office toepassingen, en samen met ons zorgen ze ervoor dat die tools niet ten koste gaan van het digitaal welzijn op de werkvloer. Integendeel! 

 

Door de juiste toepassingen krijgen leidinggevenden net meer inzicht in de focustijd binnen hun team, het aantal meetings per week of maand, enzovoort. Zo kunnen ze korter op de bal spelen als de productiviteit en/of het welzijn een dipje kennen.

Het schrikbeeld dat soms wordt opgehangen rond digitaal werken is dus niet nodig. Digitale tools zijn een enorme meerwaarde, zolang je weet hoe je ze het beste gebruikt. Daarom is het extra belangrijk dat HR en technologie ontwikkelaars de handen in elkaar slaan!

UP-TO-DATE BLIJVEN ROND DEZE TOPICS?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

onze events

Categorieën
Digitaal welzijn Wellbeing

Post-holiday voornemens: hoe blijf je uit de ratrace?

Post-holiday voornemens

hoe blijf je uit de rat race?

Op vakantie gaan is genieten: even geen verplichtingen, maar gewoon ontspannen en je batterijen opladen. Neem na die periode van deconnectie ook de tijd voor reflectie: hoe kan je dit gevoel vasthouden en voorkomen dat je vervalt in de rat race ? 

Als jij je voorneemt om niet meteen terug te vervallen in de rat race en je oude gewoonten, dan hebben wij alvast een simpele, slimme tip. Want één ingreep kan al helpen om rust in te bouwen op werkdagen. We vertellen je er alles over!

Vrijetijdsziekte of het ‘omgekeerde Kortjakje-syndroom’

Eerst moeten we nog iets rechtzetten. Vakantie is niet altijd genieten, veel mensen worden net ziek op vakantie of in het (verlengde) weekend. In tegenstelling tot Kortjakje (van het kinderliedje) ben je dan spreekwoordelijk net wél op zondag ziek, maar niet ‘midden in de week’. Waar komt die vrijetijdsziekte eigenlijk vandaan? 

Wanneer we werken, staan we vaak onder stress. Je lichaam maakt (extra) adrenaline en cortisol aan waardoor je scherp staat, en ook je immuunsysteem is daardoor aangewakkerd. Als je dan plots rust neemt, krijgen kwaaltjes meer kans. Het kan ook zijn dat je sommige ongemakken niet eerder opmerkte door alle drukte op het werk. Wanneer dat wegvalt, word je ziek of besef je pas dan dat je met bepaalde pijnen zit.

Als je plots rust neemt, krijgen kwaaltjes meer kans.

Bouw ook buiten je vakanties rust in

Toegegeven, de laatste week voor een vakantie is vaak extra hectisch. Dat is voor een stuk onvermijdelijk. Waar je wél iets aan kan veranderen, is ervoor zorgen dat je tijdens het jaar minder onder continue stress staat. Dat doe je door op het einde van elke werkdag te deconnecteren. Hoe? Met een unwinding ritueel.

MAAK een brug van werk naar privé

Wanneer je klaar bent met werken, blijven ‘s avonds alle to do’s en bekommernissen toch nog vaak hangen. Herkenbaar? Je blijft ‘hangen’ in je werk als je geen brug maakt van werk naar privé. Een unwinding ritueel zorgt ervoor dat je brein kan schakelen van het ene naar het andere. Je kan makkelijker loskoppelen als je je werk telkens afsluit met dezelfde handeling(en). En zo stapel je de stress dus ook minder op!

  • Op kantoor kan je bijvoorbeeld op het einde van de werkdag al je vaat verzamelen en in de vaatwasser zetten, om vervolgens je vaste podcast op te zetten op weg naar huis.
  • Bij thuiswerk kan je alle open tabs op je laptop sluiten en je bureau volledig opruimen vooraleer je aan je avond begint. Extra belangrijk hier, want je brein associeert één omgeving met één ding, maar een unwinding ritueel doorbreekt die associatie.
  • Andere voorbeelden van ritueeltjes die je helpen om de klik te maken: een wandeling doen (met je hond, als je die hebt), even bezig zijn met je planten, een aflevering van een ‘comfort serie’ zoals Friends bekijken, stretch- of yoga-oefeningen, een loopronde, een bad of douche nemen…

Probeer het zelf eens uit, en onthoud: practice makes perfect. Het is belangrijk om je zelfgekozen ritueel systematisch toe te passen. Hoe meer je het herhaalt, hoe meer het verankerd zit in je brein dat de werkdag er op dat moment op zit.

Houd het vakantiegevoel langer vast

Het ontspannen gevoel waarbij je volledig gedeconnecteerd bent van je werk? Dat is niet enkel voorbehouden voor vakanties. Verval dus niet meteen terug in de rat race na je verlof! Probeer je stress binnen de perken te houden met een unwinding ritueel, zo heb je ook minder kans op vrijetijdsziekte. Bovendien heb je het recht om offline te zijn. Je weet bij deze hoe je er optimaal (lees: zorgeloos) van kan genieten. Enjoy!

UP-TO-DATE BLIJVEN ROND DEZE TOPICS?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

onze events

Categorieën
Lifelong Learning Wellbeing

Hoe ouder, hoe minder leergierig: klopt dat eigenlijk?

Hoe ouder, hoe minder leergierig:
klopt dat eigenlijk?

VOOR (HR) SCIENCE GEEKS

Je moet steeds nieuwe dingen kunnen om mee te zijn, en omgekeerd zijn sommige aangeleerde vaardigheden niet langer relevant. Onze snel veranderende wereld klinkt als een bedreiging voor de oudere generatie op de werkvloer, waarvan vaak gedacht wordt dat zij nogal stug zijn in hun denken en doen. Maar is dat wel zo, en kan een inclusieve leercultuur de verschillende generaties niet net versterken?

In deze blog nemen we een deep dive in het verandervermogen van ons brein door de jaren heen. En hoewel er een grond van waarheid zit in bepaalde clichés, kunnen we blijven leren op elke leeftijd.

Leeftijd doet ertoe

Puur biologisch gezien speelt leeftijd inderdaad een rol in hoe veranderlijk ons brein is. Stel je even een wereldkaart voor van zo’n vijfduizend jaar geleden. Toen waren grenzen nog heel veranderlijk: allerhande kleine gebeurtenissen konden die doen verschuiven. Een rivier die uit zijn oevers trad en zo zijn bedding wat verlegde, struikrovers die aan terrein wonnen, een conflict tussen twee nederzettingen… om maar een paar voorbeelden te noemen. Met zo’n kaart kan je jonge hersenen vergelijken: heel flexibel en veranderlijk. Maar grenzen zijn de dag van vandaag veel stabieler, en de wereldkaart dus ook. Er zijn geen struikrovers meer, wel de Verenigde Naties. Dat geldt ook voor oude(re) hersenen. De plattegronden zijn daarin alsmaar vaster gaan staan.

 

Ons brein werkt efficiënter wanneer we ouder worden, maar dat gaat ten koste van de flexibiliteit.

Hoe ouder, hoe minder verander-vermogen

Het verandervermogen van ons brein neemt dus af met de leeftijd. Wanneer we ouder worden, hebben we simpelweg minder grijze stof en neurotransmitters. De connectiviteit tussen neuronen neemt ook af. Dat is waarom je als kind het snelst leert: je brein is dan nog heel veranderlijk. Om diezelfde reden herstel je op jonge leeftijd ook makkelijker van hersenbeschadigingen.

Leerstrategieën van de hersengebieden

Er is nog volop onderzoek aan de gang over wanneer en waarom je brein precies open staat om alles op te nemen en te leren. Want vergis je niet: sommige gebieden van de hersenen kunnen wél lang (blijven) leren, ongeacht je leeftijd. Volgens één hypothese is dat zo omdat het net de bedoeling is dat deze hersengebieden veranderingen waarnemen. Denk bijvoorbeeld aan het vermogen om je te oriënteren, of om gezichten te herkennen. Voor je brein is het handig dat je in die taken flexibel blijft.


Andere taken, zoals bijvoorbeeld hoe je je eten doorslikt, komen sneller vast te staan omdat er nu eenmaal niet zo veel verandert op die vlakken. Over het algemeen werkt ons brein daardoor efficiënter wanneer we ouder worden – maar dat gaat ook ten koste van een stukje flexibiliteit.

Met ouder te worden verliezen we neuroplasticiteit maar winnen we levenservaring.

LANGER LEVEN, LANGER LEREN

Blijven hersenen plastisch wanneer we ouder worden? Het antwoord op die vraag is dus niet eenduidig. De plasticiteit neemt af, ja, maar het tempo verschilt erg tussen verschillende hersengebieden. Je zou het kunnen vergelijken met een plattegrond van een stad. In een stad met een lange geschiedenis, zoals Rome of Parijs, is het moeilijker om het stratenplan aan te passen, maar er veranderen weliswaar nog altijd kleine dingen.

 Je kan dus op elke leeftijd leren, maar naarmate je ouder wordt, gaat het leerproces over het algemeen trager. Waarom? Omdat veranderingen in je hersenen zich alleen voordoen als je iets onverwachts opmerkt in je omgeving. Maar hoe ouder je bent, hoe beter je je omgeving kent. En dus zijn er minder onverwachte nieuwe dingen die je hersenen uitdagen. Net daarom is het belangrijk om op elke leeftijd nieuwsgierig te blijven en te blijven leren.

flexibiliteit x levenservaring

Het valt dus niet te ontkennen: hoe ouder je bent, hoe minder flexibel je brein is. Maar die afname van neuroplasticiteit heeft ook zijn positieve kanten. Wat we verliezen aan verandervermogen, winnen we aan ervaring. We hebben meer vaste routines, die ons het leven gemakkelijker maken. We weten wie we zijn, hoe we het best functioneren en wat we leuk vinden. Dat heeft allemaal voordelen natuurlijk, ook op de werkvloer. Ook voor het cliché van “wijsheid komt met de jaren” valt er dus wat te zeggen.

Van TikTokkende boomers tot Gen Z’ers die liefst zo offline mogelijk werken: het zijn er meer dan je denkt.

Een inclusieve leercultuur: the best of both worlds

Wat betekent dit nu precies allemaal voor de leercultuur binnen je bedrijf? Eén ding is zeker: we leren allemaal anders. Dat is in zekere mate afhankelijk van je leeftijd. Oudere werknemers hebben vaak meer ervaring, vakkennis en een netwerk dat ze doorheen hun carrière hebben opgebouwd. Maar vergeet ook niet dat hoe (graag) je leert, voor een stuk simpelweg afhangt van je persoonlijkheid.

Van TikTokkende boomers tot Gen Z’ers die liefst zo offline mogelijk werken: het zijn er meer dan je denkt. Zorg dus voor een leercultuur waarin iedereen, ongeacht hun leeftijd, de mogelijkheid heeft om zichzelf te ontwikkelen op hun eigen manier. Zo kan elk teamlid voldoening en plezier halen uit het werk, en zo blijft het uitdagend. Want zoals je intussen weet, houdt dat je (brein) scherp. 

 

Het komt er dus op aan om in te zetten op zowel ervaring als verandering. Zo bouw je aan een leercultuur waarin zowel jong als oud(er) hun gading vinden. Wil je dit mee in de hand werken door in te zetten op levenslang leren binnen jouw bedrijf? Kom tijdens ons gratis webinar op 29/6 te weten hoe je dat doet: schrijf je hier in.

UP TO DATE BLIJVEN ROND DEZE THEMA'S?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

ONZE EVENTS

Categorieën
Lifelong Learning Wellbeing

Waarom je soms beter opgeeft (en dat niet erg is)

WAAROM JE SOMS BETER OPGEEFT
(EN DAT NIET ERG IS)

VOOR (HR) SCIENCE GEEKS

“Blijven gaan, ook al is het moeilijk. Niet opgeven, want je wil toch niet falen? Doorzetten.” Dat lijkt de algemene teneur in onze cultuur. Je vervalt er ook al snel in wanneer je op automatische piloot leeft. Maar in strikt biologische zin heeft het soms geen zin om door te zetten. Waarom laat je je niet-aflatende doelgerichtheid soms beter eens varen? 

Katelijn Nijsmans, CEO van How’s Work?, sprak erover in De Wereld van Sofie (Radio 1), maar we doen het hier nog eens uit de doeken voor jou.

>> Beluister het interview

Opgeven is aerobics voor je hersenen

Weten wanneer je beter opgeeft, is de sleutel tot een gelukkiger leven. Dat is de conclusie van de bekroonde schrijfster en cultuurcriticus, Julia Keller. En toch valt het ons zwaar om ergens mee te stoppen. Niet alleen omdat we cultureel geprogrammeerd zijn om door te zetten, maar ook omdat het voor onze hersenen niet zo evident is. Meer zelfs: opgeven is een van de moeilijkste manoeuvers die we van ons brein kunnen vragen. Ons brein houdt van automatisme, daarom is de mens vaak zo’n gewoontedier.

 

We stellen gedragingen en doelen na een tijdje niet meer in vraag. We blijven gewoon gaan. Want dat kost uiteindelijk minder energie dan continu schakelen. Vergelijk opgeven dus gerust met een portie aerobics voor je hersenen.

Ons brein houdt van automatisme, daarom is de mens vaak zo'n gewoontedier.

Cognitieve flexibiliteit: een tweesnijdend zwaard

Eens je in een bepaalde gewoonte zit, vraagt het extra energie om ze weer stop te zetten. Jij of een medewerker gebruikt bijvoorbeeld graag een specifieke software, terwijl er een beter alternatief bestaat (en misschien zelfs verplicht wordt ingevoerd). Je moet een zogenaamde ‘stay or go’ beslissing nemen: blijf ik volhouden, of geef ik op? Dat betekent dat je ook moet nadenken over heel wat: alle andere opties die je zou kunnen volgen, de impact van je beslissing, de directe gevolgen, enzovoort. Klinkt nu al vermoeiend, niet?

En toch, hoewel het effectief een inspanning is voor je hersenen om hiermee bezig te zijn, houdt je brein wel van zo’n uitdaging. Puur neurobiologisch gezien doe je jezelf er een plezier mee om strategisch dingen op te geven en iets nieuws te beginnen. Bovendien kan je er vaak niet aan ontsnappen: de wereld staat niet stil, en er gebeuren continu veranderingen binnen bedrijven. Maak het jezelf dus gerust maar eens moeilijk. Het is in zekere zin zelfs een overlevingstechniek.

Geen falen, wel een strategische vaardigheid

Volgens Keller zijn mensen de enige wezens die moeite hebben met opgeven. De meeste dieren gaan zonder verpinken een hopeloze situatie stopzetten. Logisch ook, want een leeuw kan bijvoorbeeld in de problemen komen als hij te hard doorzet in de jacht. Als het eten schaars is, hangt hun leven er zelfs vanaf. Dan zijn ze verplicht om een andere prooi te zoeken, of om op een andere manier voedsel te vinden.

 Helaas zit het bij mensen dus net iets anders. Ook als blijkt dat iets niet werkt, of niet goed is voor ons, blijven we doorzetten. We worden om de oren geslagen met dat soort verhalen: topsporters en succesvolle ondernemers die vertellen hoe ze nooit hebben opgegeven. Het lijkt wel een moreel falen als je opgeeft. Maar is het dat wel? Soms kan het voor een atleet net een redding zijn om er even de stekker uit te trekken. Om een wedstrijd te skippen, zodat ze de volgende keer optimaal kunnen presteren. 

 

Bij werknemers is het hetzelfde verhaal: als ze gemotiveerd worden om te blijven bijleren, uitdagingen aan te gaan en problemen op te lossen, kunnen ze het beste van zichzelf (blijven) geven. Als je je lerende brein onderhoudt, levert dat op de lange termijn heel wat voldoening én plezier op.

Veerkracht draait, paradoxaal genoeg, ook om de bereidheid om te stoppen.

COGNITIEVE FLEXIBILITEIT

Als we het hebben over veerkracht en succes, dan gaat het over nonstop drive, een niet-aflatende doelgerichtheid. Maar het gaat niet enkel om obstakels overwinnen, pijn negeren en je er doorheen worstelen. Soms heeft dat zeker zijn waarde. Maar veerkracht draait, paradoxaal genoeg, ook om de bereidheid om te stoppen.

Opgeven vraagt om zelfkennis. Je moet kritisch naar jezelf durven te kijken, en beseffen wat je vermoeit of net energie geeft. Doorzettingsvermogen hebben we vaak geleerd van onze ouders, en het zit ingebakken in onze cultuur. Het is ook niet per definitie slecht. Maar ‘doorzetten’ is niet de oplossing voor élk dilemma. Dan geef je jezelf mogelijks de schuld van dingen waar je zelf geen invloed op hebt. Of dan dreig je misschien neer te kijken op anderen die stoppen. Probeer jezelf ervan bewust te zijn dat in onze sociale context falen heel sterk gekoppeld is aan opgeven, maar dat het biologisch perfect steek houdt.

Kortom: we zijn wat afgedwaald van onze natuurlijke reflex om op tijd te stoppen. Gelukkig kan je je brein wel aanleren om opnieuw wat flexibeler te zijn! Wil je hier meer over weten? Schrijf je dan snel in voor ons ‘Lifelong Learning’ webinar op 29 juni. Of neem gerust contact op met ons voor een aanpak op maat, wij geven de cognitieve flexibiliteit bij jou op de werkvloer graag een boost.

UP-TO-DATE BLIJVEN ROND DEZE TOPICS?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

ONZE EVENTS