How to: procrastinatie doorbreken
Uitstelgedrag? Ontdek de kunst van… starten
Je wéét dat je ergens aan moet beginnen. Je wíl er ook echt aan beginnen. En toch… blijf je hangen. Je opent doelloos je mails, ruimt je bureau op of zoekt plots dringend een nieuwe koffiemok op bol.com. En hoe langer je uitstelt, hoe zwaarder het voelt om eraan te beginnen. Waarom doen we dit (allemaal!), en hoe doorbreek je dat patroon?

Waarom je brein op slot gaat
Je brein is geen fan van grote, vage of complexe taken. Denk aan “scriptie schrijven”, “website vernieuwen” of “presentatie maken”. Als je denkt aan zo’n taak, probeert je brein alles tegelijk te overzien: inhoud, concrete stappen, verwachtingen, mogelijke uitkomsten.
En dan komen al snel angsten en twijfels opzetten: Wat als ik niet goed genoeg voorbereid ben? Wat als ik fouten maak? Je brein simuleert wat er allemaal zou kunnen gebeuren, en focust daarbij – vanuit een oud overlevingsmechanisme – vooral op risico’s, obstakels en fouten.
Mañana, mañana: uitstelgedrag
Gevolg van al dat gepieker: je werkgeheugen raakt overbelast nog vóór je begint, wat zorgt voor een soort mentale verlamming of freeze. Je motivatie zakt meteen weg: je start niet, en blijft hangen in uitstelmodus.
En dat is precies het probleem, want zonder concrete actie blijft je beloningssysteem (lees: dopamine) uitgeschakeld*. Je krijgt géén motivatieboost zolang je niet begint. Zo lijkt de taak in je hoofd alleen maar groter, zwaarder en onmogelijker.
One small step for your task. One giant leap for your focus.
Procrastinatie is geen tijdmanagementprobleem
Uit onderzoek blijkt dat uitstelgedrag helemaal niet gaat over luiheid of slechte planning. Het is een emotieregulatieprobleem. Je brein probeert niet de taak zelf te vermijden, maar de onaangename gevoelens die erbij komen kijken: onzekerheid, twijfel, faalangst, verveling of overweldiging.
Je eigen hersenen proberen je te beschermen tegen mogelijke pijn of mislukking. Maar ironisch genoeg maakt dat het alleen maar zwaarder. Het voelt allemaal als te veel. En dus stel je uit.

De oplossing? Van abstract naar concreet gaan
Je brein houdt niet van vaagheid. De gevoelens die we net aanhaalden, ontstaan omdat de taak abstract en onbehapbaar aanvoelt. Maar op het moment dat je beslist om één kleine, concrete actie te doen, verandert alles. Je opent een document. Je schrijft een titel. Je schetst een ruwe indeling.
Neurowetenschappelijk gezien gebeurt er dan iets belangrijks: Ons brein schakelt tussen verschillende netwerken, afhankelijk van wat we doen. Als je blijft hangen in gepieker, planning of perfectionisme, is je default mode network (DMN) actief. Dat is het netwerk dat aangaat als je nadenkt over jezelf, de toekomst of wat anderen van je denken — vaak vaag, intern gericht en eindeloos repeterend.
Maar zodra je een kleine, concrete actie onderneemt, komt een ander systeem op gang: het task positive network (TPN). Dat helpt je focussen op één taak tegelijk, in het hier en nu. Je krijgt als het ware mentale oogkleppen die de ruis dempen.
Bij die eerste mini-actie komt er meteen een beetje dopamine vrij – het stofje dat motivatie voedt. Niet als beloning achteraf, maar al meteen bij het gevoel van: ik ben op weg.
De beste manier om een overweldigende taak aan te pakken is dus… gewoon beginnen. Niet met de perfecte planning. Niet met “zodra ik in de juiste flow zit”. Maar gewoon met één kleine stap.
Zo pak je het concreet aan
De beste manier om een overweldigende taak aan te pakken is dus eigenlijk… gewoon beginnen. Niet met de perfecte planning. Niet met “zodra ik in de juiste flow zit”. Maar gewoon met één kleine stap. Twee minuten tijd. Iets tastbaars dat je brein terug op de grond zet. Een paar concrete handvaten:
- Maak het behapbaar
Splits de taak op in mini-stappen. Formuleer de allereerste actie zó klein dat je er meteen aan kan beginnen. Geen “rapport schrijven”, maar “nieuw bestand openen en het een titel geven” of “een prompt formuleren voor AI“. - Geef jezelf 2 minuten
Je hoeft niet gemotiveerd te zijn om te starten – motivatie volgt vaak na de eerste actie. Zeg tegen jezelf: “Ik doe dit twee minuten”, dan krijgt je brein het signaal: “Ik ben begonnen.” Zo activeer je je dopaminesysteem, waardoor je gemotiveerd blijft om verder te gaan. - Kies het juiste moment van de dag
De meeste mensen hebben de meeste mentale energie in de ochtend, of net na een pauze. Complexe of cognitief zware taken vragen om die ‘heldere uren’ – niet om je laatste restje aandacht aan het einde van de dag.

Focus vraagt bewuste regie
Procrastinatie onder controle krijgen en je focus verbeteren begint bij het (beter) leren kennen van je eigen brein. Wanneer dwaal je af? Wanneer blokkeer je? En wat helpt om jou uit te dagen – zonder té veel te vragen? Wie dat onder controle krijgt, wint niet alleen aan productiviteit, maar ook aan werkplezier.
Als je meer wil te weten komen over hoe je grip krijgt op je aandacht (voor jezelf of voor je medewerkers), volg dan zeker ons gratis webinar ‘Van FOMO naar focus’ op 2 juni. Ineens ook het ideale moment om al je vragen hierover op ons af te vuren!