MAAK HET 'RECHT OP DECONNECTIE' CONCREET
3 ZAKEN OM REKENING MEE TE HOUDEN
De voorbije weken stonden bij How’s Work? helemaal in het teken van het ‘recht op deconnectie’. Organisaties zijn dan ook druk in de weer met het uitrollen van vormings- en sensibiliseringsacties om dat abstracte recht op deconnectie concreet te maken. En terecht! Als je naar de cijfers kijkt, zie je dat de nood aan deconnecteren (om beter te connecteren) hoger is dan ooit. Om er enkele te noemen:
- Meer dan zes op de tien (64 %) Belgen heeft op dit moment moeite om te deconnecteren van het werk. (Waarvan 17% – één op de zes – zijn werk nooit vergeet).
- 46% van de Vlamingen maakt wekelijks overuren.
- En de gemiddelde Vlaming spendeert 3u08van zijn/haar dag op de smartphone.
Dit maakt dat ‘digital wellbeing’ hoog op de prioriteitenlijst komt te staan van HR. We moeten aan de slag met dit topic van de nieuwe arbeidsdeal, en dé vraag is natuurlijk: hoe moet je dat ‘deconnecteren’ precies implementeren?
Wij deden bij How’s Work voor jou alvast het opzoekwerk – graag gedaan!
LAAT JE LEIDEN DOOR DE WETENSCHAP
Liefst laat je je leiden door wat de wetenschap te zeggen heeft over hippe begrippen zoals technostress, hyperconnectiviteit en digitale detox. En uit die wetenschap halen wij 3 zaken waar je best rekening mee houdt bij het nemen van deconnectie-acties voor jouw team of organisatie
Digital detox als antwoord op digital overload is het equivalent van je chauffage een paar graden lager zetten om te besparen op je energierekening: obvious, maar niet écht nuttig.
#1 integrators vs seperators
De werk-privé grens wordt niet door elke werknemer op dezelfde manier getrokken. De meesten bevinden zich op een continuüm tussen ‘𝘀𝗲𝗽𝗲𝗿𝗮𝘁𝗼𝗿𝘀’ (bv. “Ik zet mijn werktelefoon ’s avonds uit en die gaat ’s ochtends pas terug aan”) en ‘𝐢𝐧𝐭𝐞𝐠𝐫𝐚𝐭𝐨𝐫𝐬’ (bv. “Ik stop om 16u om mijn kinderen van school te halen en werk ’s avonds nog door”). Je eigen voorkeuren kennen en de verschillende voorkeuren binnen een team bespreekbaar maken, is een goede vertrekbasis voor concrete acties.
#2 DRIE VORMEN VAN DECONNECTIE
Acties rond digitaal deconnecteren zijn noodzakelijk, maar ook niet voldoende. Natuurlijk is het sterk om je telefoon ’s avonds fysiek weg te leggen, maar dat betekent nog niet dat je ook echt ‘unplugged’ bent van je werk. Gesprekken, taken en deadlines kunnen blijven hangen in je hoofd. Daarom is het belangrijk om naast acties rond 𝐝𝐢𝐠𝐢𝐭𝐚𝐚𝐥 𝐝𝐞𝐜𝐨𝐧𝐧𝐞𝐜𝐭𝐞𝐫𝐞𝐧 ook de nodige handvaten te voorzien om 𝐩𝐬𝐲𝐜𝐡𝐨𝐥𝐨𝐠𝐢𝐬𝐜𝐡𝐞 𝐞𝐧 𝐞𝐦𝐨𝐭𝐢𝐨𝐧𝐞𝐥𝐞 𝐝𝐞𝐜𝐨𝐧𝐧𝐞𝐜𝐭𝐢𝐞 te faciliteren. Hoe maak je de brug van werk naar privé? En wat met gesprekken of situaties die ‘blijven hangen’?
#3 KEN JE TECHNO-STRESSOREN
Technostress is een containerbegrip dat vele ladingen dekt. De twee meest genoemde stressoren zijn 𝐭𝐞𝐜𝐡𝐧𝐨-𝐨𝐯𝐞𝐫𝐥𝐨𝐚𝐝 (een teveel aan communicatiekanalen en de bijhorende onzekerheid over hoe snel hierop te reageren) en 𝐭𝐞𝐜𝐡𝐧𝐨-𝐢𝐧𝐯𝐚𝐬𝐢𝐨𝐧 (de werksfeer die door technologie de privésfeer binnendringt). Beide stressoren vragen een andere copingstrategie, waarin communicatie en afspraken rond communicatiekanalen, reactietijd en werkuren centraal staan.
MAAK HET RECHT OP DECONNECTIE CONCREET!
Als werkgever is het dus je taak om duidelijke afspraken uit te tekenen over communicatie en het recht om offline te zijn. Liefst niet omdat het moet, maar wel omdat zowel het bedrijf als de werknemers er wel bij varen. Digitaal welzijn vermindert stress en verhoogt net de productiviteit. Een win-win van jewelste. Ga er dus onmiddellijk mee aan de slag, voordat je afgeleid wordt door de eerstvolgende notificatie.
Kan je hulp gebruiken om het abstracte ‘recht op deconnectie’ verder te vertalen naar de praktijk en in te voeren bij jouw bedrijf? Neem gerust contact op voor meer informatie, opleiding, tools en concrete tips – online of offline, aan jou de keuze.