De impact van piekeren op het werk (en andersom)
Een ander perspectief op piekergedrag
Piekeren wordt vaak als een ‘persoonlijk probleem’ gezien, als ‘gewoon wat blijven hangen in je gedachten’. Het is eigenlijk een hapering in je probleemoplossend vermogen. En dat maakt het net zo relevant op de werkvloer. In deze blog zoomen we in op welke vormen piekeren precies kan aannemen, waarom het ontstaat en welke 3 stappen je als organisatie kan ondernemen om je medewerkers te ondersteunen.

Piekeren: geen persoonlijk falen, maar een systeemfoutje
Ons brein is van nature oplossingsgericht. We zijn gebouwd om problemen te detecteren én op te lossen. Dat was evolutionair gezien handig: als er gevaar dreigde, moest je snel kunnen schakelen. Vandaag merk je dat mechanisme misschien bij jezelf op als een collega zijn hart lucht over een lastige situatie: je hebt vaak al een oplossing klaar nog voor hij is uitgepraat.
Maar dat systeem hapert ook wel eens. Zeker wanneer er veel onzekerheid is, wanneer we emoties voelen waar we moeilijk mee om kunnen, of wanneer er gewoon te veel tegelijk op ons bord ligt. Dan loopt het probleemoplossingsproces op een bepaald moment vast. En dan ga je dus piekeren.
Het is iets wat (bijna) iedereen doet, en laat het ook duidelijk zijn dat piekeren geen teken van zwakte is. Integendeel, het toont dat je brein actief probeert grip te krijgen op iets wat je nog niet kan plaatsen of oplossen. Alleen: het lukt niet. Je geraakt vast in een soort mentale draaikolk. En net dát maakt het zo vermoeiend.
Ons brein is van nature oplossingsgericht. Maar dat systeem hapert ook wel eens. En dan ga je dus piekeren.
De vier gezichten van piekeren
Laten we het wat concreter maken met een eenvoudig voorbeeld. Stel: je hebt er een lange werkdag op zitten. Je ploft neer in de zetel, wil ontspannen met een aflevering van je favoriete serie, drukt op de afstandsbediening… en er gebeurt niets.
Op zo’n moment schiet – normaal gezien – je probleemoplossend denken in actie. Maar dat proces kan soms dus ontsporen. Afhankelijk van waar het fout loopt, kan één van de volgende vier types piekergedachten opduiken:

1. Geen aanvaarding: “Waarom overkomt mij dit altijd?”
Je blijft drukken op de knop. Harder. Sneller. Want dit zou gewoon moeten werken. Tot de frustratie het overneemt en je hoofd volloopt met ‘waarom-ik’ gedachten. Je vecht tegen de realiteit, in plaats van die te aanvaarden. Je brein blijft malen over hoe het had moeten zijn.
Op de werkvloer klinkt dit bijvoorbeeld als: “Waarom krijg ik altijd de lastigste projecten?” of “Waarom loopt het net bij mij altijd fout?” Zolang je in deze fase blijft hangen, is er geen ruimte voor een oplossing. Want die komt pas nadat je erkent dat er effectief een probleem is.

2. Geen analyse: “Wat als ik dit niet kan?”
Terug naar onze afstandsbediening. Je accepteert dat die niet werkt, maar onderzoekt niet écht wat er aan de hand is. Zijn de batterijen leeg? Ligt het aan de tv? In plaats van het probleem te achterhalen, blijf je in rondjes denken zonder vooruitgang te boeken. Je voelt je overweldigd en zit vast in een vage onrust, die vaak voortkomt uit de angst om te falen.
Op het werk zie je dit terug bij medewerkers die worstelen met een taak, maar niet helder krijgen wat hen precies tegenhoudt. De deadline komt dichterbij en de stress stijgt, maar het probleem blijft mistig. En dus blijft ook de oplossing uit. Zolang je het probleem niet concreet maakt, blijf je vastzitten in deze piekergedachten.

3. Geen plan: “Had ik dit maar anders gedaan.”
Je weet wat er mis is (de batterijen van de afstandsbediening zijn plat), maar je kan precies geen beslissing bedenken. Ga je nu nieuwe zoeken? Wat als je de verkeerde soort koopt? Je blijft liever denken aan hoe het anders had kunnen lopen, zonder echt te beslissen wat je nu gaat doen.
Sommige situaties zijn nu eenmaal geworteld in het verleden, buiten je controle. Energie steken in het vinden van een ‘oplossing’ (voor iets dat onveranderlijk is), leidt dan alleen maar tot frustratie.
Op de werkvloer merk je dit bij mensen die in kringetjes blijven denken: ze weten wat er fout liep, maar raken niet verder omdat ze blijven hangen in spijt of zich focussen op wat niet meer te veranderen valt.

4. Geen actie: “Is dit wel de beste oplossing?”
Je weet wat het probleem is. Je weet wat de oplossingen zijn. Maar je kan niet kiezen; je blijft alles overdenken en zoekt eindeloos naar de ‘perfecte’ oplossing. Je brein blijft maar nieuwe mogelijkheden en scenario’s bedenken, waardoor je je steeds meer overweldigd voelt. Je raakt verlamd door de illusie dat er één ideale keuze is.
In een professionele context is dit schadelijk voor de focus en energie. Medewerkers blijven mentaal hangen in iets wat ze ‘nog moeten doen’, waardoor ze niet volledig beschikbaar zijn voor hun huidige taak.
Andere typische voorbeelden: blijven twijfelen over strategische beslissingen, plannen oneindig herwerken, of blijven hangen in voorbereidingen – zonder dat er écht iets verandert.
Hoe meer negatieve affecten iemand ervaart op het werk, hoe groter de kans op piekeren. Het is dus geen puur individueel gegeven - ook de werkcontext speelt een bepalende rol.
De impact van piekeren op het werk (en andersom)
Vastzitten in zo’n mentale draaikolk klinkt niet alleen vermoeiend, het is dat ook letterlijk: hoe meer we piekeren, hoe minder we herstellen.
Piekergedachten nemen ruimte in in je hoofd, ook (en zelfs vooral) na de werkuren. Ze verstoren je slaap, verhogen je stressniveau, en verlagen je cognitieve flexibiliteit – wat je minder creatief en innovatief maakt. Ook focus en productiviteit lijden eronder.
Uit recent onderzoek (Basinska et al, 2024) blijkt trouwens dat het gaat om een wisselwerking: hoe meer negatieve affecten iemand ervaart op het werk (denk: stress, frustratie, onzekerheid), hoe groter de kans op piekeren. Het is dus geen puur individueel gegeven – ook de werkcontext speelt een bepalende rol.
Wat kan je doen binnen je organisatie?
Piekeren heeft impact op het probleemoplossend vermogen van je medewerkers – en dat is net wat organisaties in snel veranderende tijden écht nodig hebben. Neem het dus vooral serieus als signaal.
Zoals altijd is bewustwording en (h)erkenning een belangrijke eerste stap. Als leidinggevende of HR-verantwoordelijke kan je op de volgende manier het verschil maken:
- Creëer ruimte voor open gesprekken over werkdruk
- Veranker (mentaal) welzijn in leiderschap en cultuur
- Erken piekeren als een collectieve uitdaging, niet als een individueel falen
Samen piekeren doorbreken
Voor een stuk hoort piekeren bij het leven. Maar als het in de weg zit van mentaal herstel, werkplezier en prestaties, dan is het tijd om in te grijpen. Anders vormt de betrokkenheid van je medewerkers een tweesnijdend zwaard.
Hoe beter je begrijpt waar het vastloopt, hoe makkelijker jullie samen de weg terugvinden – naar helder denken, naar mentale rust, en naar focus. Geef ons een seintje als je op zoek bent naar de juiste technieken om piekergedachten op de werkvloer aan te pakken.